Lekker eten in Genua, waar moet je zijn?

Dat je in Genua lekker kunt eten is een voldongen feit. Genua is de thuishaven van de pesto en de focaccia, dus dan zit je al goed. Het is een havenstad waar vis een grote rol speelt, met variaties op stokvis (stoccafisso) en recepten met ansjovis (acciuga), zeebarbeel (triglia) en visbroed (bianchetti). In het achterland groeien wilde kruiden die de Genuese keuken verrijken: basilicum, laurier, majoraan. En dan zijn er nog ontelbare olijfbomen, die heerlijke olijven en olijfolie voortbrengen. Kortom, je komt er wel aan je culinaire trekken.

Genua is een stad die je gewoon op je af moet laten komen. Lekker struinen en verdwalen is het devies, je komt altijd wel ergens een eettentje tegen. Wil je toch wat houvast en zeker zijn dat je op een goede plek bent, dan geef ik je graag wat tips:

Ontbijten als een Genuees

Ontbijten doet een Genuees met een cappuccino (of caffelatte) en een lap focaccia. Dat lijkt een vreemde combinatie, want de Genuese focaccia is besprenkeld met zeezout en olijfolie, maar geloof mij: het is zalig. Vooral als je het zoute brood als een koekje in de koffie doopt. Genuezen gaan niet naar een modieuze ontbijttent met granola en veganistische yoghurt (al heb ik er wel een gevonden), maar gewoon naar de koffiebar op de hoek. Mijn favoriet? Bar Uffa in Via XXV Aprile. Alleen al vanwege de naam -  uffa betekent oef - want Genuezen kunnen nogal mopperen. Aanrader is ook om bij de oudste koffiebars op de lijst van botteghe storiche langs te gaan. Voor een stukje nostalgie en eeuwenoud vakmanschap.

Lunchen bij Strakkino

Bij Strakkino staat alles in het teken van stracchino, een zachte kaas van koemelk die zo vers is dat je hem eigenlijk niet kunt exporteren. In Nederland kan ik hem dan ook maar moeilijk vinden. Zodra ik in Genua ben is dat één van de eerste dingen die ik eet, mijn schoonmoeder haalt hem speciaal voor ons in huis. De kaas is een beetje zurig, maar leent zich uitstekend voor beleg op broodjes, pizza's, piadina's en focaccia's. Je komt hem bijvoorbeeld ook tegen op de beroemde focaccia al formaggio di Recco, die je hier ook kunt krijgen (eventueel met toegevoegde pesto). De basis is stracchino, maar ze hebben ook broodjes zonder. De toko is wat spartaans ingericht, maar je kunt je lunch ook meenemen en buiten in het zonnetje gaan zitten.

IJsje bij Gelatina

In de Via Garibaldi, waar je sowieso even doorheen moet lopen voor de prachtige gebouwen van de werelderfgoedlijst, zit ijssalon Gelatina. Mijn zwager (architect) hielp bij de inrichting en dat heeft hij bijzonder goed gedaan. Het is een fijne rustige plek. Ze verkopen er boeken en je kunt er terecht voor een kopje koffie. Naar Gelatina ga je vooral voor de bijzondere smaken ijs. Voor de echte durfals is er saffraan of avocado. De dames zijn nooit te beroerd om je even van te voren te laten proeven. Ik at laatst een ijsje met ananas-basilicum-smaak en dan was echt lekker.

Aperitivo bij Calice

Je moet er een lift voor nemen, maar dan heb je ook wat: wijnbar Calice zit in de hogergelegen wijk Castelletto. Het is een plek waar weinig toeristen komen. Gelukkig maar, want het barretje is nogal klein. Bij de ingang staan de fusten waaruit de wijn wordt getapt. Je krijgt chips en olijven bij je drankje, of op bestelling een uitgebreidere schaal met kaasjes en vleeswaren. En als je dan toch met die lift bent gekomen, kom je meteen langs het mooiste uitkijkpunt van Genua (Spianata di Castelletto):